Reken af met uw account
Afrekenen als een nieuwe klant
Het aanmaken van een account heeft vele voordelen:
Wanneer je gaat werken met elektriciteit, is het belangrijk dat de juiste apparaten voor de klus worden gebruikt. Om zo goed en veilig mogelijk te werken kun je gebruik maken van onder andere een multimeter. Elektramat biedt je deze hulpmiddelen voor een scherpe prijs aan.
Klik op multimeter gebruiken om de video te bekijken hoe je een multimeter moet gebruiken.
Deze verschillende onderwerpen worden toegelicht:
Met een multimeter (ook wel een universeelmeter genoemd) is het mogelijk om elektrische grootheden zoals spanning (V), stroomsterkte (A) en weerstand (Ohm) te meten. Daarnaast zijn er ook type multimeters te koop die meer functies hebben. Bij deze meters is het bijvoorbeeld mogelijk om frequentie, capaciteit en inductie te meten. Elektramat biedt multimeters van verschillende merken aan zoals: Fluke, Kyoritsu, UNI-T en Chauvin Arnoux.
Multimeters zijn opgedeeld in verschillende categorieën. De categorieën geven aan voor welke spanning en stromen de multimeter geschikt is. Daarbij is de categorie ook afhankelijk van de maximale piekspanning.
De categorieën zijn:
Categorie: | Eigenschappen: |
---|---|
Cat I | Deze multimeters zijn geschikt voor om een lage spanning en stroom te meten. Hiermee is het mogelijk om metingen te verrichten van bijvoorbeeld zaklampen, mobiele telefoons of elektrotechnische apparatuur in auto’s |
Cat II | Metingen zijn te verrichten bij onder andere huishoudelijke apparaten. Voorbeelden hiervan zijn apparaten die met een stekkerverbinding verbonden zijn aan een laagspanningsnet met 230V |
Cat III | Te gebruiken bij metingen aan elektrische installaties met 400V. Hier kun je denken aan fornuizen die werken op hoog vermogen of krachtstroom stekkers en contactdozen |
Cat IV | Dit wordt gebruikt bij de bron van een laagspanningsinstallatie, hoofdaansluiting of een ondergrondse leiding |
Analoog of digitaal
Multimeters zijn te koop in een analoge en een digitale uitvoering. De analoge multimeter geeft met een wijzer op een schaal de gemeten waarde aan. De digitale uitvoering geeft op een numeriek display de meetwaarde aan. Tegenwoordig gebruikt bijna iedereen een digitale variant. De analoge en digitale multimeters hebben voor- en nadelen die hieronder worden beschreven.
Digitale multimeter
Voordelen:
- Eenvoudig af te lezen door een helder display
- Eenvoudig in gebruik
- Robuust
- Veel mogelijkheden en functies
Nadelen:
- Altijd een voeding (door middel van batterijen) nodig
- Speciale batterijen nodig hebt om het apparaat te kunnen gebruiken. Niet altijd worden deze meegeleverd
Voorbeeld meetbereik voor digitale multimeters:
(de maximaal gegeven waarden zijn de maximale waarden per meetbereik)
- DC spanning: 200mV, 2000mV, 20V, 200V, 600V
- AC spanning: 200V, 600V
- DC stroom: 200µA, 2000µA, 20mA, 200mA, 10A
- AC stroom: geen (dit heb je normaal gesproken ook niet nodig)
- Weerstand (): 200, 2000, 20k, 200k, 2.000k, diodetest
Analoge multimeter
Voordelen:
- Geschikt voor observeren van dalen en stijgen van meetwaarde en het zien van trends
- Geen batterij nodig
Nadelen:
- Aflezen is lastiger dan bij een digitale meter
- Zelf het juiste meetbereik bepalen
- Kwetsbaar
Typische meetbereiken voor analoge multimeters kunnen zijn:
- DC spanning: 0,5V, 2,5V, 10V, 50V, 250V, 1.000V
- AC spanning: 10V, 50V, 250V, 1.000V
- DC stroom: 50µA, 2,5mA, 25mA, 250mA (een hoog stroombereik mist vaak op dit soort type meters)
- AC stroom: geen (dit heb je normaal gesproken ook niet nodig)
- Weerstand (): 20, 200, 2k, 20k, 200k (deze weerstandswaarden staan per bereik in het midden van de schaalverdeling)
Grootheden en eenheden
Multimeters zijn in te stellen op verschillende groot- en eenheden. Om hele kleine of hele grote waardes te meten wordt er een extra dimensie aan de eenheid toegevoegd. Hier kun je denken aan duizend of micro. Hieronder is een overzicht weergegeven van de te meten groot- en eenheden.
Eenheid:
Eenheid: | Afkorting: |
---|---|
Volt | V |
Ampere | A |
Weerstand | / Ohm |
Grootheid:
Grootheid: | Afkorting: |
---|---|
Micro | μ |
Mili | m |
Kilo | k |
Mega | M |
Hieronder is weergegeven hoe je een multimeter kunt gebruiken wanneer je spanning, stroom of weerstand wilt meten.
Let op: De meetsnoeren moeten altijd weer worden aangesloten. De locatie van de aansluiting kan verschillen, dit is afhankelijk van het type en merk meter. Als voorbeeld wordt hieronder de Fluke multimeter gebruikt. Indien een ander type meter wordt gebruikt is het raadzaam de handleiding te lezen.
Elektrische spanning meten
De multimeter moet je op de juiste manier gebruiken en instellen om spanning te kunnen meten.
Meten:
Stap 1: Zwarte meetsnoer aansluiten
Sluit het zwarte meetsnoer aan op de COM-ingang van de multimeter.
Stap 2: Rode meetsnoer aansluiten
Sluit het rode meetsnoer aan op de V-ingang van de multimeter.
Stap 3: Multimeter instellen
Kies bij het instellen van de multimeter het hoogst mogelijke spanningsbereik.
Stap 4: Meten
Raak met de meetnaalden de stroomkring zo aan dat er een apparaat tussen de meetnaalden zit. Deze manier van meten wordt parallel meten genoemd.
Stap 5: Meetbereik aanpassen
Bekijk de meetwaarde en let daarbij goed op het meetbereik. Pas deze zo nodig naar beneden aan tot je een correcte waarde ziet.
Elektrische stroom meten
De multimeter moet je op de juiste manier gebruiken en instellen om stroom te kunnen meten.
Let op: Afhankelijk van het type en merk meter moeten de meetsnoeren worden aangesloten. Als voorbeeld wordt hieronder de Fluke multimeter gebruikt. Indien een ander type meter wordt gebruikt is het raadzaam de handleiding te lezen.
Meten:
Om stroom te meten moet de multimeter in serie met de stroomkring worden aangesloten. Dat betekent dat je de stroomkring opent en de meter ertussen plaatst.
Let op: Wanneer het niet mogelijk is om de stroomkring te openen, kun je met behulp van een ampèretang of stroomtang bij de geleider meten.
Stap 1: Voeding uitschakelen
Schakel de voeding van de stroomkring uit.
Stap 2: Zwarte meetsnoer aansluiten
Sluit het zwarte meetsnoer aan op de COM-ingang van de multimeter.
Stap 3: Rode meetsnoer aansluiten
Sluit het rode meetsnoer aan op de A-ingang van de multimeter.
Stap 4: Multimeter instellen
Kies bij het instellen van de multimeter het hoogst mogelijke stroombereik. Stel de meter in op gelijk- of wisselstroom. Hierdoor raakt de multimeter niet overbelast.
Stap 5: Voeding inschakelen
Sluit de stroomkring en schakel de voeding in.
Stap 6: Meten
Raak met de meetnaalden de stroomkring zo aan dat er geen apparaat tussen de meetnaalden in hebt zitten. Dit wordt in serie meten genoemd.
Stap 7: Meetbereik aanpassen
Bekijk de meetwaarde en let daarbij goed op het meetbereik. Wanneer nodig, pas deze naar beneden aan tot je een correcte waarde ziet.
Elektrische weerstand meten
De multimeter moet je op de juiste manier gebruiken en instellen om weerstand te kunnen meten. Weerstand kun je meten bij een spanningsloze stroomkring.
Let op: Afhankelijk van het type en merk meter moeten de meetsnoeren worden aangesloten. Als voorbeeld wordt hieronder de Fluke multimeter gebruikt. Indien een ander type meter wordt gebruikt is het raadzaam de handleiding te lezen.
Meten:
Stap 1: Voeding uitschakelen
Schakel de voeding van de stroomkring uit.
Stap 2: Multimeter eenheid en bereik instellen
Zet de multimeter op de weerstandsmeting (). Kies bij het instellen van de multimeter het hoogst mogelijke weerstandsbereik (ohm, kilo ohm of mega ohm). Hierdoor raakt de multimeter niet overbelast.
Stap 3: Zwarte meetsnoer aansluiten
Sluit het zwarte meetsnoer aan op de COM-ingang van de multimeter.
Stap 4: Rode meetsnoer aansluiten
Sluit het rode meetsnoer aan op de -ingang van de multimeter.
Stap 5: Weerstand meten
Raak met de meetnaalden de uiteinden van de te meten weerstand aan om deze na te meten (een schakelaar doormeten).
Stap 6: Meetbereik aanpassen
Bekijk de meetwaarde en let daarbij goed op de meeteenheid. Pas deze zo nodig naar beneden aan tot je een correcte waarde ziet.
Naast het meten van weerstanden met een multimeter, is het ook mogelijk om op een weerstand de waarde af te lezen. Weerstand kleurcodes worden met vier of zes gekleurde ringen aangegeven.
Weerstand met vier ringen
Weerstanden met vier ringen zijn de meest eenvoudige variant. De eerste twee ringen bepalen het getal. De derde ring de vermenigvuldigingsfactor (of hoeveel nullen komen achter het getal). De laatste (vierde) ring geeft de tolerantie van de weerstand aan. De eerste ring zit het dichtst bij de draaduitloper of de laatste ring is breder gemaakt.
Weerstand met zes ringen
Een moeilijkere variant is een weerstand met zes ringen. Zes ringen zijn nodig bij precisieweerstanden. Deze hebben drie cijfers nodig, hierdoor is er een extra ring aanwezig om het getal (de vermenigvuldiging ring) aan te geven. De vijfde ring geeft de tolerantie aan. De zesde ring geeft weer wat de temperatuurafhankelijkheid is.
Voorbeeld: (onderstaande afbeelding)
De kleuren van de weerstand zijn: Groen-blauw-bruin (eerste drie ringen). Uit het schema is af te lezen dat deze kleuren het getal 561 geven. De vierde ring is oranje, de kleur geeft aan dat het vermenigvuldigingsgetal 1.000 (1K) is. Dit houdt in dat de totale weerstandswaarde 561 kilo-ohm (of 561.000 ohm) is. De vijfde ring (tolerantie) is rood, de tolerantie is 2%.
Verkorte schrijfwijze of notatie
In schema's en stuklijsten worden vaak verkorte notaties voor de weerstandswaarden gebruikt. De komma wordt vaak vervangen door de beginletter van de eenheid (R of weerstandswaarde). R is de beginletter de kleinere weerstandswaarden. Voor de grotere weerstandswaarden wordt de eenheid kilo-ohm (1.000 ohm = K) en megaohm (1.000.000 ohm = M) gebruikt. Hieronder zijn de verkorte schrijfwijzes en de verschillende notaties opgesomd.
- 1,2 ohm = code: 1R2
- 12 ohm = code: 12R
- 120 ohm = code: 120R
- 1.200 ohm = code: 1K2
- 12.000 ohm = (1,2 kilo ohm) code: 12K
- 120.000 ohm = (12 kilo ohm) code: 120K
- 1.200.000 ohm = (1,2 Mega ohm) code: 1M2
- 12.000.000 ohm = (12 Mega ohm) code: 12M
- 120.000.000 ohm = (120 Mega ohm) code: 120M
Hieronder is een tabel weergegeven van de notatie bij weerstanden en welk exponent daarbij hoort.
Je kunt gebruik maken van een bekend ezelsbruggetje. Hiermee kun je simpel de cijfers die bij de gekleurde ringen horen onthouden. De zin is: Zij Bracht Rozen Op Gerrits Graf Bij Vies Grauw Weer. Hieronder is weergegeven welke kleur en nummer bij welk woord van het ezelsbruggetje horen.
Woord: | Kleur: | Nummer: |
---|---|---|
Zij | Zwart | 0 |
Bracht | Bruin | 1 |
Rozen | Rood | 2 |
Op | Oranje | 3 |
Gerrits | Geel | 4 |
Graf | Groen | 5 |
Bij | Blauw | 6 |
Vies | Violet | 7 |
Grauw | Grijs | 8 |
Weer | Wit | 9 |
Voor het meten met een multimeter heb je de bijbehorende snoeren nodig. Je maakt gebruik van een rood en een zwart snoer. Rood (+) hoort in de aansluiting van de grootheid die je wilt meten. Zwart (-) moet altijd in de COM aansluiting. Tussen aansluitingen geven iconen weer wat de maximale meetbereik is, zonder dat de zekeringen kapot gaan. Dit is per categorie multimeter verschillend. Digitale meters kunnen veilig verkeerd om worden aangesloten, zonder te beschadigen. Wanneer je analoge meters verkeerd aansluit kunnen deze wel beschadigen. Naast de meetsnoeren zijn ook bijbehorende meetpennen te gebruiken om een goede meting te verrichten.
Functies
Met de draaischakelaar kun je kiezen welke grootheid en met welk meetbereik je wilt meten. Wanneer het meetbereik erbij staat is het verstandig om de optie te kiezen dat het hoogst mogelijk meetbereik heeft.
Functies op de multimeter:
Functies: | Betekenis: |
---|---|
V~ | Wisselspanning (volt) |
V- | Gelijkspanning (volt) |
A~ | Wisselstroom (ampère) |
A- | Gelijkstroom (ampère) |
Weerstand (ohm) | |
o))) | Verbinding testen (afhankelijk van het merk) |
Diode-test (afhankelijk van het merk) |
Het is belangrijk om multimeters op de juiste manier te gebruiken. Door ondeskundig gebruik kunnen de meters makkelijk beschadigd raken. Het is verstandig om voorzorgsmaatregelen te nemen. De maatregelen zijn hieronder beschreven:
- Stop eerst altijd met het meten voordat je de meetbereikschakelaar verzet.
- Voordat je gaat meten moet je eerst checken of de instellingen van de meter goed staan.
- Na een meting mag je nooit een multimeter laten staan op een stroombereik (amperage). De meter kan op deze stand eerder defect raken.
- Wanneer de meting voorbij het meetbereik gaat moet je onmiddellijk stoppen met de meting.
Daarnaast is het een goed idee om een analoge multimeter altijd op een DC Volt stand te zetten wanneer je deze niet meer gebruikt. Op deze stand is het minder waarschijnlijk dat de meter wordt beschadigd. En daarbij is dit ook de stand dat het meest wordt gebruikt.
Het is heel goed mogelijk dat bij het meten een verschil ontstaat tussen het werkelijke en het schijnbare vermogen. Dit wordt ook wel power factor of arbeidsfactor genoemd. Het komt omdat veel elektrische apparaten geen simpele ohmse belasting leveren, waarbij het opgenomen vermogen in fase meeloopt met de spanning. Door gebruik te maken van condensatoren of spoelen wordt voorkomen dat dit niet in fase loopt en juist voor- of na-ijlt ten opzichte van de spanning. Veel meetinstrumenten kunnen de power factor meten of berekenen en deze meenemen in de uiteindelijke berekening van het verbruik van het aangesloten apparaat.
Om het daadwerkelijke verbruik in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van True RMS, dit is een andere term voor effectieve waarde. Meters met True RMS maakt gebruik van een hoge bemonsteringsfrequentie. Deze type meters meten continue gelijktijdig spanning en stroom en vermenigvuldigd deze om het vermogen te bepalen. Door de hoge bemonsteringsfrequentie wordt nauwkeurigheid van de meting vergroot. De meeste multimeters en stroomtangen maken gebruik van RMS True.
Onderhoud
Het is mogelijk dat de batterij van een multimeter minder wordt. Dit wordt aangegeven door het toestel. Vervang de batterij zoals wordt voorgeschreven in de gebruiksaanwijzing.
De multimeter heeft een zekering, deze beveiliging is nodig bij een eventuele meetfout. Wanneer er een foutieve meting is uitgevoerd kun je deze zekering vervangen. Dit is te lezen in de gebruiksaanwijzing.
Heb je vragen over multimeters? Neem dan contact op via 088 - 51 11 600 of stuur een e-mail naar klantenservice@elektramat.nl. Wij helpen je graag verder.
Installeer in een aantal simpele stappen onze app op jouw telefoon voor een optimale gebruikservaring.